-
1 het bewijs leveren dat …
het bewijs leveren dat …prouver que … -
2 het bewijs leveren (dat/van)
het bewijs leveren (dat/van)produce evidence (that/of)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het bewijs leveren (dat/van)
-
3 het bewijs leveren van een stelling
het bewijs leveren van een stellingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het bewijs leveren van een stelling
-
4 het bewijs van het tegendeel leveren
het bewijs van het tegendeel leverenprovide (conclusive) proof/evidence to the contraryVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het bewijs van het tegendeel leveren
-
5 bewijs
♦voorbeelden:het overtuigende bewijs van iets leveren • establish conclusive proof of somethingwaterdicht bewijs • solid evidencehet bewijs leveren (dat/van) • produce evidence (that/of)een bewering met bewijzen staven • substantiate a statementals bewijs overleggen • produce in evidenceeen bewijs van moed • a sign of courage3 betalingsbewijs • proof of payment, receiptbewijs(je) van de dokter • doctor's certificatebewijs van lidmaatschap • membership cardbewijs van storting/ontvangst • receiptbewijs van toegang • admission ticket, passeen bewijs afgeven • issue a certificate -
6 bewijs
♦voorbeelden:een vernietigend bewijs • une preuve accablanteover het bewijs beschikken • tenir la preuvehet bewijs is dat … • la preuve en est que …het bewijs leveren dat … • prouver que …ten bewijze van • à titre de preuvebewijs uit het ongerijmde • preuve par l'absurdetot het bewijs van het tegendeel • jusqu'à preuve du contraireeen bewijs van trouw • un gage de fidélitéeen bewijs van afgifte • un certificat de dépôteen bewijs van goed gedrag • une attestation de bonne conduite〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 een bewijs van goed zedelijk gedrag • un certificat de bonne vie et moeurseen bewijs van lidmaatschap • une carte de membreals bewijs van erkentelijkheid • en signe de reconnaissanceals bewijs van eer • à titre honorifiquebij gebrek aan bewijs • faute de preuvesbewijs van ontvangst • reçu -
7 het overtuigende bewijs van iets leveren
het overtuigende bewijs van iets leverenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het overtuigende bewijs van iets leveren
-
8 ausweisen
ausweisen1 uitwijzen, het land uit zetten2 aantonen, bewijzen♦voorbeelden:die Zeit wird es ausweisen • de tijd zal het leren2 bewijzen te zijn, blijken♦voorbeelden:sich als guter Wissenschaftler ausweisen • bewijzen een goed wetenschapsman te zijn3 sich durch eine wichtige Leistung ausweisen • door een belangrijke prestatie het bewijs van zijn kunnen leveren -
9 evidence
n. getuigenis, bewijs, bewijsstuk--------v. aanduiding; bewijsevidence1[ evviddəns]1 aanduiding ⇒ spoor, teken2 bewijs ⇒ bewijsstuk/materiaal/plaats♦voorbeelden:1 bear/show evidence of • sporen/tekenen dragen van, getuigen vangive evidence of • tekenen vertonen vanconclusive evidence • afdoend bewijsbear evidence that • het bewijs leveren datproduce evidence • bewijs leveren/verschaffen〈 juridisch〉 evidence against • belastend(e) materiaal/feiten ingebracht tegen〈 juridisch〉 evidence for the defence/prosecution • bewijs à decharge/à chargeon the evidence of • op grond van2 duidelijkheid ⇒ zichtbaarheid, opvallendheid♦voorbeelden:call someone in evidence • iemand als getuige oproepen2 be in evidence • zichtbaar zijn/opvallen————————evidence2〈 werkwoord〉1 getuigen van ⇒ blijk geven van, tonen -
10 preuve
preuve [pruv]〈v.〉1 bewijs♦voorbeelden:la preuve vivante • het levende bewijsfaire la preuve que • het bewijs leveren datà preuve • getuigejusqu'à preuve (du) contraire • tot het tegendeel is bewezenpreuve par l'absurde • bewijs uit het ongerijmdec'est la preuve que • ik leid eruit af datfaire ses preuves • zichzelf bewijzen, zijn sporen verdienenpreuve testimoniale • getuigenbewijsf1) bewijs2) blijk, teken3) proef [wiskunde]4) gehalteproef [alcohol] -
11 Beweis
-
12 antreten
antreten♦voorbeelden:zur Arbeit antreten • op het werk verschijnenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 aantrappen, aanstampen2 aantrappen ⇒ op gang trappen; trappen op♦voorbeelden:eine Strafe antreten • een straf beginnen uit te zitten4 ein Amt, eine Nachfolge antreten • een ambt, een opvolging aanvaarden -
13 bear evidence that
-
14 disqualifier
disqualifier [dieskaaliefjee]1. v1) diskwalificeren, uitsluiten2. se disqualifiervzich blameren, blijk geven van ongeschiktheid -
15 faire la preuve que
faire la preuve que -
16 den Beweis antreten
-
17 seine Fähigkeiten ausweisen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > seine Fähigkeiten ausweisen
-
18 tegendeel
1 opposite♦voorbeelden:1 het bewijs van het tegendeel leveren • provide (conclusive) proof/evidence to the contraryeen blijk van het tegendeel • evidence/proof to the contraryhet tegendeel is waar • the opposite/reverse is truetenzij het tegendeel vermeld wordt • unless otherwise statedhet tegendeel vrezen • fear on the contrary (that)alles wijst op het tegendeel • the evidence is otherwise -
19 Nachweis
Nachweis〈m.; Nachweises, Nachweise〉♦voorbeelden:1 den Nachweis für etwas erbringen, führen, liefern • het bewijs van iets leveren, iets bewijzen, aantonen -
20 erbringen
- 1
- 2